Een beetje geschiedenis…
De djembe komt oorspronkelijk uit West-Afrika en zou in de 13e eeuw zijn ontstaan in het Mandingo-rijk. Oorspronkelijk werd hij gebruikt als communicatiemiddel. Hij werd gebruikt om belangrijke gebeurtenissen in het leven aan te kondigen, zoals geboortes, huwelijken, rouw, oogstfeesten en inwijdingsceremonies.
In de jaren vijftig werd de djembe naar Europa geëxporteerd dankzij de Afrikaanse balletten die onder impuls van de Guinese dichter en choreograaf Fodéba Keïta werden gecreëerd.
In de jaren tachtig nemen grote spelers, djembefola genaamd (Mamady Keïta, Amadou Kiénou of zelfs Famoudou Konaté) deel aan de wereldwijde verspreiding van deze praktijk door leercentra op te richten in Europa, de Verenigde Staten en Japan.
Het bereik van de djembe is vanaf de jaren 2000 uitgebreid om moderne muziek te begeleiden, zoals bij het nummer I’m Yours van Jason Mraz.
Evolutie van het instrument
In zijn begindagen werd de djembe in elkaar gezet met kleine stukjes hout die rechtstreeks in de trommel werden gestoken. Het vel werd op vijf of zes plaatsen bevestigd en meerdere malen uitgerekt terwijl de wiggen erin werden gedrukt. Deze montage was erg kwetsbaar en door de relatief lage spanning kon er lucht in de klankkast komen. Tegenwoordig is deze opstelling vrijwel verdwenen.
Omstreeks 1977 ontwikkelde een Franse musicus, geïnspireerd door de opstelling van de conga’s, een nieuw systeem waarbij de klankkast ongemoeid kon worden gelaten: de huid wordt nu vastgezet met drie ijzeren banden en snaren. Omdat de spanning veel groter is, is het geluid hoger geworden.
In de jaren negentig komt er een andere evolutie met industriële trommels, gemaakt van synthetisch materiaal.
Particulariteit
Het woord djembe betekent “trommel” in het Bambara, de hoofdtaal van de Malinese gemeenschappen.